WAAROM DEZE ACTIE?

De ggz voert deze actie om de vele wachtlijsten onder de aandacht te brengen. We willen duidelijk maken dat dit een ernstig probleem is dat veel mensen treft. Al te veel mensen moeten te lang wachten op hulp voor hun psychische klachten en problemen. Patiënten worden aan hun lot overgelaten. Zorgverstrekkers ploeteren voort. Er is te weinig ruimte in de vele wachtzalen van de ggz. We hebben #STOELENTEKORT!

We roepen daarom op tot samenwerking om de verschillende oorzaken van de wachtlijsten aan te pakken. Want wachttijden zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid, van zorggebruikers, zorgprofessionals en overheden. We vragen alle betrokken partijen om de krachten te bundelen, zodat

  • er voldoende zorgcapaciteit is in alle zorginstellingen (die werken rond preventie, vroegdetectie, gespecialiseerde (langdurige) ambulante/residentiële zorg);
  • geestelijke gezondheidszorg voor iedereen in Vlaanderen makkelijk toegankelijk wordt, wat een fundamenteel recht is;
  • samenwerking met de overheid en tussen alle geledingen van de geestelijke gezondheidssector geen ijdel woord blijft.

VANWAAR DE CAMPAGNENAAM #STOELENTEKORT?

Op 20 oktober 2022, tijdens de Week van de Patiënt, zetten we één stoel op straat voor elke persoon die wacht op zorg. Zo tonen we allemaal samen de lange wachtrij in onze sector en roepen we samen op tot actie.

De campagnenaam is ironisch gesteld: er zijn in de wachtkamers stoelen tekort voor het aantal wachtenden, maar we willen uiteraard niet meer, maar minder stoelen in de wachtkamers, omdat ze niet nodig zouden zijn als er voldoende zorgcapaciteit was.

Tegen de actiedag verzamelen we de cijfers over het aantal wachtenden in de Vlaamse ggz. Die cijfers brengen we samen in de wachtteller op deze pagina.

TEGEN WIE IS DEZE ACTIE GERICHT?

Ze is niet tégen iemand gericht, maar is een appel op ieders verantwoordelijkheid en op ieders vermogen om samen de problematiek te verhelpen. Onze vraag richt zich in de eerste plaats tot de sector zelf en de overheden in dit land, maar ook naar de brede maatschappij.

WAARAAN DENKEN JULLIE DAN CONCREET? WELKE OPLOSSINGEN SCHUIVEN JULLIE NAAR VOOR?

De werkgroep wachttijden van de Staten-Generaal schreef een rapport over de wachtproblematiek. Het rapport maakt duidelijk dat het probleem complex is, maar niet onoverkoombaar. Het heeft te maken met capaciteitstekorten, maar ook met de organisatie van de zorg (indicatiestelling, toeleiding, doorstroom), betaalbaarheid, attitudes (verwachtingen, veronderstelde drempels) bij patiënten en zorgverstrekkers.

De Staten-Generaal wil dit probleem aanpakken, samen met de relevante partners, en met hen werk maken van de aanbevelingen uit zijn rapport.

WAT HEEFT DE GGZ ZELF AL GEDAAN OM HET PROBLEEM AAN TE PAKKEN?

Uit het nieuwe onderzoek dat we vandaag presenteren blijkt hoe de voorzieningen dynamisch naar oplossingen zoeken om de wachtlijsten te milderen.

Enkele voorbeelden daaruit zijn het inrichten van:

  • psycho-educatiesessies, vaak in groep met (en door) lotgenoten en ervaringsdeskundigen
  • ik-versterkende groepssessies (voor kinderen en jongeren en volwassenen)
  • groepsaanbod rond specifieke ggz-thema’s
  • toegang tot onlinetools en platformen voor blended consultaties
  • het opzetten van zgn. ‘kruispunten’ vanuit de bestaande goede praktijken die er al zijn: ze zorgen voor betere indicatiestelling en kortere wachttijden.

WAT KAN DE SECTOR VAN DE GGZ ZELF NOG DOEN MAAR GEBEURT NOG NIET OF TE WEINIG?

Zorgaanbieders kunnen op basis van de analyse van de werkstromen (instroom – doorstroom – uitstroom) hun aanbod zo optimaal mogelijk organiseren en afstemmen op de aard en het volume van de hulpvragen. In de afweging van gepaste zorg en behandeling op maat is het criterium “zoveel als moet, niet langer dan nodig” de sleutel. Het capaciteitsprobleem houdt verband met beleidskeuzes waaruit financiering voortvloeit. Leidend principe moet hier zijn: zorg op de juiste plaats, aangestuurd vanuit een public health visie.

In het rapport ‘Houd vol, over 100 dagen wordt u geholpen’ (2021) van onze werkgroep Wachttijden staan concrete oplossingen beschreven.

WORDEN DIE OPLOSSINGEN DOOR DE VOORZIENINGEN OOK IN DE PRAKTIJK OMGEZET?

Zie de conclusies van het onderzoek dat op de actiedag zal worden voorgesteld.

WAT VERWACHTEN JULLIE OP KORTE TERMIJN/DEZE LEGISLATUUR NOG VAN MINISTER VANDENBROUCKE?

Constructief mee nadenken met de sector om tegemoet te komen aan de gesignaleerde problemen. Het budget voorzien voor de structurele versterking van de ggz (conventie ELP) moet zeker behouden blijven, de implementatie van de conventie verloopt omzichtig, maar ook trager dan gehoopt. Er is nood aan visie en engagement op langere termijn om de toegankelijkheid van psychologische zorg te verruimen.

WAT VERWACHTEN JULLIE OP KORTE TERMIJN/DEZE LEGISLATUUR NOG VAN MINISTER CREVITS?

Idem. Dit betreft ook inzetten op preventie, vroegdetectie en psycho-educatie. Dan hebben minder mensen professionele zorg nodig of zijn ze met minder inspanningen (en kosten) sneller weer ‘on track’. Het spreekt vanzelf dat dit een impact zal hebben op de wachttijden. Ook breder maatschappelijk kan er ingezet worden op geestelijke gezondheid, denk maar aan onderwijs en ruimtelijke ordening.

WAT VERWACHTEN JULLIE OP LANGERE TERMIJN VAN DE OVERHEID?

De overheid moet nu overtuigende inspanningen leveren om op termijn tot een “mental heath in all policies” te komen: elk beleidsdomein toetst zijn beslissingen af aan geestelijke gezondheidsimplicaties voor de bevolking.

HOE BETREK JE ZORGVRAGERS BIJ EEN BETERE GGZ?

Niet alle verantwoordelijkheid ligt bij de overheid. De studie van de wachttijden leerde ons dat de wachttijdenproblematiek een gedeelde verantwoordelijkheid is. Als overheden de juiste en voldoende capaciteit voorzien, moeten zorgverleners er samen met die overheden voor zorgen dat mensen vlot met hun nood op de juiste plek terechtkomen. Zorgverleners en zorgvragers moeten er verder samen voor zorgen dat er doelgericht gewerkt en samengewerkt wordt, in functie van de geformuleerde klacht, zodat begeleidingen niet langer duren dan nodig. Enkel zo wordt de beschikbare capaciteit maximaal benut. Wie toch moet wachten, moet ondersteund worden tijdens het wachten. Daar kunnen zowel zorgverleners als ervaringsdeskundigen een rol in spelen.

HOE KAN DE BREDE MAATSCHAPPIJ HELPEN?

Alle betrokken partners moeten continu aan sensibilisering doen en aanzetten tot mentaliteitswijziging leveren. Stigma’s en taboes de wereld uit helpen is een taak voor ieder van ons. Ook hier geldt het ‘mental health in all policies-principe’: alle maatschappelijke domeinen (onderwijs, arbeid, cultuur en vrije tijd, ruimtelijke ordening…) nemen geestelijke gezondheid als een punt van permanente consideratie.

Zelfzorg en zorgen voor elkaar maken deel uit van die sensibilisering voor en houding tegenover geestelijke gezondheid en geestelijke gezondheidszorg.

WAT/WIE IS DE STATEN-GENERAAL VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEID?

De Staten-Generaal van de geestelijke gezondheid verenigt meer dan 45 organisaties en voorzieningen die zich voor de geestelijke gezondheid inzetten. Er zijn patiënten en mantelzorgers aan boord, maar ook professionals, academici, verenigingen van professionals, netwerken en directies van zorgorganisaties, patiëntenkoepels en familieplatformen. De Staten-Generaal ambieert een gedeelde visie over de huidige stand van zaken in de sector te bekomen, en van daaruit beleidsadviezen en -prioriteiten aan te reiken, over disciplines en organisaties heen. De Staten-Generaal wil inventariseren en adviseren, vertrekkend van de noden van zorgvragers.

De Staten-Generaal mobiliseerde de sector (en zal dat opnieuw doen), en onderhoudt contacten met de media, met bovenstaande doelstellingen als uitgangspunt. Indien nodig, zal hij accelereren, zoals nu.